Voorlopige voorziening in het bestuursrecht

Geschreven door Thijs Liebregts
4 mei 2019

Bezwaar en beroep tegen een besluit van de overheid kunnen leiden tot herziening of vernietiging van een besluit. Indiening van een bezwaar- of beroepschrift heeft echter geen schorsende werking. Dit betekent dat de mogelijkheden en verplichtingen die voortkomen uit het besluit gewoon van kracht blijven. Het kan dan gebeuren dat een omgevingsvergunning voor bouwen gebruikt wordt om direct te gaan bouwen, of dat een betalingsverplichting moet worden nagekomen, ondanks dat er bezwaar of beroep tegen is ingesteld. Om dit te voorkomen moet het besluit worden opgeschort. Hiervoor moet een verzoek om een voorlopige voorziening worden gedaan bij de rechter.

Bezwaar of beroep

Verzoek om schorsing van een besluit wordt gedaan aan de bestuursrechter. Om een ontvankelijk verzoek te doen moet een bezwaar of een beroep zijn ingediend. Dit bezwaar of beroep kan tegelijk met het verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend. Bezwaar wordt ingediend bij het bestuursorgaan dat de beslissing in eerste instantie (ook wel: in primo) heeft genomen. Beroep wordt evenals een verzoek om voorlopige voorziening bij de rechter ingesteld. Als er geen bezwaar of beroep is ingesteld wordt het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard. Deze verplichte koppeling wordt het connexiteitsvereiste genoemd.

Spoedeisend

Een tweede vereiste is spoedeisendheid. Er moet een reden zijn, waarom de werking van het besluit direct moet worden opgeschort. Deze spoedeisendheid is bijvoorbeeld aanwezig wanneer een kapvergunning is verleend en er dus een onomkeerbare situatie kan ontstaan wanneer de boom vervolgens rechtmatig wordt gekapt. Maar ook als een omgevingsvergunning voor bouwen is verleend dan kan met een voorlopige voorziening worden voorkomen dat de bouw aanvangt. Spoedeisendheid moet goed worden onderbouwd, maar als dat gebeurt dan wordt deze drempel vaak met succes genomen. Bij een vermoeden dat er geen sprake is van een spoedeisend belang zal de rechtbank doorgaans ook vooraf telefonisch contact opnemen met verzoeker om hier duidelijkheid over te krijgen.

Weigering voorlopige voorziening

Wanneer een verzoek ter zitting is behandeld wordt doorgaans binnen 2 weken een uitspraak gedaan. Als de rechter het niet aannemelijk vindt dat het besluit in de bezwaar- of beroepsprocedure zal worden herroepen of vernietigd dan blijft het besluit van kracht.

Schorsing besluit

Het besluit wordt echter geschorst als de rechter op voorhand de kans groot acht dat het besluit in bezwaar- of beroep geen stand zal houden. Het besluit is dan per direct opgeschort. Bij een opschorting wordt doorgaans bepaald dat het besluit is opgeschort tot 6 weken nadat een beslissing op bezwaar of een vonnis op het beroepschrift is gevolgd. Deze 6 weken staan voor de termijn waarin beroep of hoger beroep kan worden ingesteld. Als de verzoeker het met die beslissing niet eens is heeft hij dus de mogelijkheid om daar beroep tegen in te stellen, zonder dat er een risico bestaat dat er onomkeerbare handelingen worden verricht.

Conclusie

Een verzoek om voorlopige voorziening is een prima middel om ongewenste ontwikkelingen op grond van een overheidsbesluit per direct te blokkeren. Wel zal hiervoor de gang naar de rechter moeten worden gemaakt. Dat betekent ook dat griffierecht moet worden betaald. Dit bedrag wordt echter terugbetaald indien een verzoek wordt gehonoreerd.

LiebregtsLeistra

Waar kunnen we u mee helpen?

Contact